Actie: tot zondag 23.59 uur = tot 30% + Volumekorting

Zelf bestraten

Werkkleding

De eerste stap in het zelf bestraten, is uzelf goed beschermen. Bestraten is behoorlijk intensief, u werkt op uw knieën en met zware en scherpe materialen. Om te voorkomen dat u bont en blauw bent aan het eind van de dag, is het zeer aan te raden om kniebeschermers te gebruiken en goede werkschoenen en werkhandschoenen te dragen.

 

Afschot instellen

Het beste kunt u vooraf een ontwerp maken waarbij u alle maten uitzet met piketpaaltjes of draadpennen. Met de touwtjes ertussenin geeft u de hoogte aan waar de stenen op moeten komen te liggen. Stenen worden doorgaans 1 tot 2 centimeter onder de dorpel gelegd. Voor een goede afwatering begint u met een lichte helling van 1 tot 2 centimeter per meter. Afhankelijk van waar het straatwerk voor gebruikt wordt, wordt geadviseerd om een fundering van 30 tot 40 cm of 15 tot 20 cm aan te leggen. Hiermee voorkomt u later verzakking.

Ondergrond

De straatlaag, de laag waarop wordt gestraat, moet 3 tot 5 cm dik zijn. Deze laag vang kleine dikteverschillen op. Vooraf trilt u de straatlaag een keer licht af met een trilplaat. Na het leggen van de stenen trilt u alles nog eens na. Kiest u echter voor tegels, dan klopt u deze vast in de straatlaag met een rubber hamer.

Kanten opsluiten

Voor de kantopsluiting gebruikt u voor een oprit een opsluitband van 8 x 20 x 100 cm. Voor een terras of tuin heeft u voldoende aan 5 x 15 x 100 cm. Let op dat trottoirband voorzien is van een ‘hol en bol’ verbinding. Deze verbinding geeft aan hoe de trottoirbanden in elkaar passen en is bepalend voor de opsluitfunctie. Om de juiste afstand tussen twee trottoirbanden te bepalen, legt u een voorlopige rij stenen neer. Voor een mooiere afwerking neemt u een kantopsluiting die 2 cm langer is dan de bestrating.

Afreien

Als de straatlaag is aangebracht, dan kunt u deze afreien. Dit gaat het makkelijkst met een strijklat of afreibalk. Om dit goed uit te voeren, plaatst u twee profielen op het juiste niveau in de stabiele laag. Trek met de afreilat het overtollige zand van de twee profielen naar u toe. Eventuele kuilen kunt u weer met zand dichten. Uiteraard dient u de sleuven die de profielen achterlaten ook met zand op te vullen.

Bestrating aanleggen

Als de onderlaag helemaal gereed is, kunt u met het straten zelf beginnen. Om de straatlaag niet te beschadigen, kunt u het beste op de reeds aangelegde bestrating werken. Uiteraard is het belangrijk dat de stenen of tegels de juiste afmeting hebben. Indien nodig kunt u de stenen of tegels met een doorslijper of steenknipper kleiner maken. Houd er rekening mee dat stenen en tegels met een scherpe randafwerking snel beschadigen. Bij tegels maakt u gebruik van een rubber hamer; een straathamer kunt u dan absoluut niet gebruiken.

Afwerking

De stenen dienen na het inleggen ingezand te worden. U kunt hiervoor het beste metselzand gebruiken. Dit zorgt ervoor dat uw bestrating stabiel blijven liggen. Na het inzanden kunt u beginnen met intrillen. Let op dat niet alle tegels mogen worden afgetrild.

Invegen

De laatste stap is het invegen. De voegen moeten gevuld worden voor een stabiel resultaat. Voor tuinen en terrassen wordt meestal zilverzand gebruikt. Voor opritten daarentegen wordt meestal brekerzand of inveegsplit gebruikt. Na het aftrillen gooit u het zand met een schep over de bestrating. Dit veegt u met een bezem tussen de voegen. Op het moment dat u geen kieren meer ziet, bent u klaar met bestraten. Tot die tijd gaat u door met invegen, eventueel met extra zand.